Sinds 1 juli 2018 moeten tienermoeders enkel het laagste tarief betalen in de inkomensgerelateerde kinderopvang. Vlaams parlementslid Freya Saeys (Open Vld) diende dit voorstel van decreet in in het parlement. Uit cijfers van Kind & Gezin blijkt dat er intussen 40 attesten met het laagste tarief (1,62 euro) zijn uitgereikt aan minderjarige tienermoeders.
Tienermoeders die nog naar school gaan, moeten vaak een beroep doen op kinderopvang. Omdat ze zelf geen inkomen hebben, geldt het inkomen van de grootouders van het kind als norm voor het bepalen van het opvangtarief. Op die manier draaien die grootouders op voor zowel de kosten van hun eigen kinderen, als van hun kleinkinderen. Soms moeten de grootouders in zulke gezinnen zelfs stoppen met werken of moeten de tienermoeders zelf hun opleiding stopzetten.
De financiële haalbaarheid van kinderopvang is erg belangrijk om ervoor te zorgen dat minderjarige tienermoeders hun school kunnen afmaken én dat grootouders kunnen blijven werken. Om die reden krijgen tienermoeders sinds 1 juli 2018 het laagste tarief van 1,62 euro per opvangdag. Cijfers van Kind & Gezin tonen aan dat er sindsdien reeds 40 attesten voor dat laagste tarief zijn uitgereikt aan tienermoeders.
Freya Saeys (Open Vld) reageert erg opgetogen als een van de initiatiefnemers achter de maatregel. “Dit is zeer positief. Op die manier helpen we tieners die al in een moeilijke situatie zitten,” aldus Saeys. “Het is een verlichting voor de grootouders die nu vaak moeten stoppen met werken om de zorg voor kinderen en kleinkinderen te combineren”.
Cijfers van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) tonen aan dat het aantal tienerzwangerschappen in Vlaanderen erg laag blijft en bovendien in dalende lijn zit. Volgens de meest recente cijfers is slechts één vrouw op de 85 jonger dan 20 bij de bevalling en amper één vrouw op de 351 is jonger dan 18 jaar.