De helft van de jonge huisartsen voert een patiëntenstop in en aanvaardt bijgevolg geen nieuwe patiënten meer. Ze willen meer tijd voor hun privéleven. Trekken deze jonge Vlaamse huisartsen terecht aan de alarmbel en is er een probleem met het huisartsenberoep?
Huisartsenberoep staat op tweesprong. Ingrijpen is echt nodig.
Een groot deel van de huisartsen in Vlaanderen is ouder dan 50 jaar en zal vervangen worden door jonge opgeleide huisartsen, hoofdzakelijk vrouwen. Bij studenten geneeskunde heeft het huisartsenberoep vandaag een lage aantrekkelijkheid. Voornaamste redenen blijken te weinig tijd voor het gezin, werkdruk en problemen met collega’s. Een herwaardering en betere organisatie van het huisartsenberoep dringt zich op.
De status van de huisarts in de maatschappij is veranderd. Vroeger werd je als dokter op een piëdestal gezet. Vandaag maakt deze paternalistische houding plaats voor een bilaterale actieve relatie met wederzijds respect. Maar ook de houding en de verwachtingen van de patiënt zijn veranderd. Hij is mondiger, veeleisender en kritischer. Een toenemend aantal patiënten zoekt voorafgaand aan een bezoek aan hun arts naar informatie over hun klachten op het internet en brengt deze mee naar het kabinet.
DELEN
Burn-out bij de huisarts tast echter niet alleen de eigen gezondheid aan, maar bedreigt ook onrechtstreeks de gezondheid van zijn patiënten
Er is een explosie van kennis, digitalisatie en technologie in de geneeskunde. Intussen stapelen de administratieve taken zich op. Allemaal factoren die opgeteld het leven van de huisarts er niet makkelijker op maken en de druk op artsen bijzonder groot maakt. Men hoort wel eens zeggen dat dokters de slechtste patiënten zijn. Achter deze volkswijsheid gaat er inderdaad een complexe relatie schuil tussen de arts en diens eigen gezondheid en ziekte. Burn-out, depressie, alcoholafhankelijkheid en zelfs suïcide komen meer en meer voor. De nood is hoog. Burn-out bij de huisarts tast echter niet alleen de eigen gezondheid aan, maar bedreigt ook onrechtstreeks de gezondheid van zijn patiënten.
Het huisartsenberoep vervrouwelijkt aan een razendsnel tempo. Hierdoor is het gemiddelde activiteitsniveau van de zorg gedaald, wat uiteindelijk invloed heeft op het aantal artsen dat nodig is per inwoner. Vrouwelijke artsen werken minder uren dan mannen en kiezen er vaker voor om deeltijds te werken. De verklaring die het vaakst aangehaald wordt, is dat vrouwen er meer naar streven om hun gezinsleven en hun beroepsleven met elkaar te verzoenen. Dat evenwicht is echter niet een puur vrouwelijke kwestie. Er zijn ook mannelijke collega’s die op hun beurt beginnen dromen van een beter evenwicht tussen privé- en beroepsleven.
Vrouwelijke artsen werken minder uren dan mannen en kiezen er vaker voor om deeltijds te werken
We bevinden ons op een tweesprong. Enerzijds het oude model van een huisarts – vaak man – die meer dan 60 uur werkt op zijn eentje (zij het in vele gevallen bijgestaan door de partner) en anderzijds de jonge huisarts – vaak vrouw – die minder werkt maar daarnaast ook haar rol in het gezin wil opnemen. Twee generaties die anders werken en leven.
Een voordeel is dat er binnenkort nog maar één model zal overblijven omdat de solowerkende meneer doktoor wiens vrouw de administratie doet en de telefoon bedient, een curiosum zal zijn in het huisartslandschap van de 21ste eeuw.
De beslissing om een patiëntenstop in te voeren is dus te begrijpen en enkele oplossingen liggen voor de hand. Het financieringssysteem voor huisartsenzorg en de overconsumptie van zorg doordacht aanpakken. De komende jaren volop inzetten om het huisartsenberoep terug aantrekkelijk te maken, waardoor we méér huisartsen opleiden en op de arbeidsmarkt brengen. Een eerste stap kan alvast via het uitbreiden van het impulseo-fonds dat sinds de zesde staatshervorming een Vlaamse bevoegdheid is. De administratieve rompslomp drastisch naar omlaag halen en voorzien in een betere praktijkondersteuning en -organisatie. Er valt veel winst te halen met het beter organiseren van huisartspraktijken door samenwerking in groep en door het verschuiven van zorg, meer bepaald naar praktijkassistenten en verpleegkundigen.
Ingrijpen is echt nodig, want een samenleving waar huisartsen verdwijnen is een samenleving met een zeer dure geneeskunde.