08-02-2017 – ‘De nieuwe inzichten over nudging zouden een nieuwe wending kunnen geven aan het antirookbeleid zonder betuttelend over te komen’, schrijft Freya Saeys deze week in een opiniestuk.
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) wil de accijnzen op tabak verlagen, om de verkoop (en bijbehorende belastinginkomsten) terug te doen stijgen. Zo’n initiatief stelt economie boven gezondheid, en dus floot de Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) hem terecht onmiddellijk terug. De prijs gevoelig opdrijven is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) één van de doeltreffendste en goedkoopste maatregelen om roken te ontmoedigen. Het is dus positief dat accijnzen rokers aanzet om te stoppen. Maar het mag zeker geen alleenstaande maatregel zijn. Het moet kaderen binnen een geïntegreerde aanpak. Enkel op die manier kunnen we grote stappen vooruit zetten. Uit de vele rapporten van onder andere de Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen (VAD) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), blijkt echter dat zowel het preventiebeleid op Vlaams niveau, als beleid van volksgezondheid op Federaal niveau, het moeilijk hebben om het gedrag van burgers te gaan beïnvloeden. De klassiek recepten bereiken stilaan hun limieten.
Zo eten we nog altijd te ongezond, bewegen we nog altijd te weinig, verbruiken we met ons allen teveel energie, ga zo maar door. Dit ondanks de talloze dure overheidscampagnes, prijsverhogingen, subsidies, om nog maar te zwijgen van het overaanbod aan regeltjes, verboden en geboden. We moeten dus op zoek naar andere bijkomende oplossingen.
Begin jaren tachtig gooide de psycholoog Daniel Kahneman de klassieke economische theorie aan diggelen die stelt dat wij puur rationeel onze keuzes maken. Veel meer dan door ratio laten we ons leiden door emoties en impulsen, korte termijnwinst, kuddegedrag, sociale normen en een gebrek aan zelfbeheersing. Het is duidelijk dat er zich patronen voordoen in de afwijkingen.
‘Voorspelbaar irrationeel’
Met andere woorden: de burgers zijn ‘voorspelbaar irrationeel’. Deze nieuwe inzichten uit de psychologie en gedragseconomie kunnen dus ook in een sterke mate bijdragen aan een effectiever beleid in tal van domeinen. De Britse en Amerikaanse overheden zijn al een paar jaar bezig met het inzetten van nudging en krijgen zo meer mensen aan het bewegen, pensioensparen of isoleren. (Nudging is een gedragspsychologische motivatietechniek waarbij mensen op een positieve manier worden gestimuleerd om zich op een door de overheid gewenste wijze te gedragen, en ze zo ‘een duwtje in de goede richting’ te geven). Optimaal nudgen dat doe je door ‘de keuzearchitectuur’ te wijzigen en de geprefereerde keuze zo aantrekkelijk, eenvoudig, makkelijk en goed getimed mogelijk aan te bieden. Een voorbeeld: junkfood verbieden is géén nudge, terwijl fruit op ooghoogte in de winkel leggen dat wel is. Keuzevrijheid blijft maar je leidt mensen onbewust wel naar de meest wenselijke optie.
Belang van de burger
In Vlaanderen is een inhaalbeweging nodig, want vandaag plukken enkel de industrie, de supermarkten en andere bedrijven massaal de vruchten van “nudging” en dit vaak niet in het belang van de burger. Deze nieuwe inzichten zouden ook een nieuwe wending kunnen geven aan het antirookbeleid zonder betuttelend over te komen.
Verschillende studies hebben aangetoond dat plain packaging effectief is. Dat wil zeggen dat alle pakjes er hetzelfde uitzien. Dus geen merklogo of een mooie verpakking. Uit onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat als alle verpakkingen er hetzelfde uitzien, mensen het ook minder aantrekkelijk vinden. Ze denken ook dat de sigaretten van slechtere kwaliteit zijn. In 2012 werd dit in Australië ingevoerd en wat bleek de verkoop van sigaretten in 2013 daalde met 3,4 procent.
Supermarkten in Ontario en Canada zijn verplicht om sigaretten te verstoppen onder de toonbank of achter mat glas. Ook in Engeland werd deze maatregel ingevoerd naar aanleiding van onderzoek dat zichtbaarheid van sigaretten jongeren kan aanzetten roken. Het weerstaan aan de druk om met roken te beginnen vermindert hierdoor.
Een Nederlands proefproject van het ‘Longfonds’ – een gezondheidsfonds en patiëntenvereniging – experimenteerde recent om meeroken in publieke ruimtes aan te pakken. Op het stationsplein in Utrecht staan dagelijks veel mensen op hun bus te wachten. Traditioneel zijn stationspleinen ook een plaats waar veel mensen een sigaret opsteken. Als rokers voor hun sigaret niet verderop gaan staan, is meeroken voor bezoekers haast onvermijdelijk. De oplossing in dit geval lag vooral in het bewaren van een gevoel van keuzevrijheid van rokers. Zolang het niet verboden is, mogen mensen die willen roken dat namelijk gewoon doen. Hen forceren niet of ergens anders te roken, schiet hen dan ook vaak in het verkeerde keelgat. Inzichten uit de gedragswetenschappen leren ons dat het belangrijk is dat de omgeving het juiste signaal uitzendt. Rookafval en ‘groene’ voetstappen die leiden naar de plaats waar wel gerookt wordt laat zien dat mensen in specifieke plaatsen kunnen roken. De omgeving communiceert hiermee bepaald groepsgedrag en kan zodoende meeroken verminderen. Resultaat is dat alleen gerookt wordt op de plaats die daarvoor aangewezen is, het meeroken vermindert en men een graduele afname van het aantal rokers tout court ziet.
Via inzichten in de gedragswetenschappen willen we burger helpen door de gezonde optie makkelijker te maken en de ongezonde moeilijker zoals in het voorbeeld van ‘Longfonds’. De kern van nudging is dat je niet hoeft. Er is altijd een opt out-mogelijkheid. We willen het gedrag van de burger veranderen zonder de regie uit handen te nemen van diezelfde burger.
Ik hoop alvast dat het Vlaams Team Gedragsinzichten of de Vlaamse Nudge-Unit, dat er gekomen is dankzij mijn resolutie in het Vlaams Parlement hiermee straks verder aan de slag gaat, en de hand kan leggen aan enkele initiatieven die ervoor zorgen dat we de gezondheidsdoelstellingen halen.