Ongeveer anderhalf jaar geleden kondigde minister van Volksgezondheid Maggie De Block aan dat ze voortaan de NIP-test zou terugbetalen. Een golf van – naar mijn mening – onterechte verontwaardiging volgde. Praatprogramma’s liepen vol, verontwaardigde opiniestukken werden geschreven en velen vreesden voor de ‘eliminatie’ van kinderen met Downsyndroom. Een jaar later blijkt de paniek voorbarig. Er werden in 2017 immers meer kinderen met het Down-syndroom geboren.
In 2017 werden er in Vlaanderen 42 kinderen met het syndroom van Down geboren. In 2016 waren dat er maar 31. Dat blijkt uit het cijfers van het evaluatierapport van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie. De terugbetaling van de NIP-test ging in vanaf juli 2017. Van een dramatische daling van het aantal kinderen met het syndroom van Down is dus absoluut geen sprake.
De NIP-test, voluit Niet-Invasieve Prenatale Test, is een bloedtest die tijdens de vroege zwangerschap onderzoekt of de baby bepaalde genetische afwijkingen vertoont. De test heeft een betrouwbaarheid van 99,8% voor het syndroom van Down (trisomie 21). Het spoort ook het syndroom van Edwards (trisomie 18), het syndroom van Patau (trisomie 13) en alle grotere chromosomale afwijkingen op.
Eerlijk gezegd heb ik de commotie rond de terugbetaling van de NIP-test nooit begrepen. Het leek wel alsof sommigen ervan uit gingen dat de nieuwe test automatisch een beëindiging van de zwangerschap inhield. En dat terwijl Minister De Block simpelweg de bestaande vruchtwaterpunctie, die minder betrouwbaar en invasief is, verving door een meer betrouwbare en niet-invasieve test. Wat kan een redelijk mens daar op tegen hebben?
Het fundament van de hele discussie ligt volgens mij besloten in de keuzevrijheid van de patiënt. Als liberaal vind ik het een vanzelfsprekendheid dat vrouwen baas zijn over eigen buik en dat men recht heeft om op basis van zo betrouwbaar en compleet mogelijke gegevens een geïnformeerde keuze te maken. Wát die keuze dan is – een beëindiging van de zwangerschap of niet – doet er niet toe, want dat is de vrije keuze van de vrouw. Veel belangrijker is dat men überhaupt de keuze kan maken.
Wat de reden is om al dan niet de NIP-test te laten uitvoeren is op zich ook niet relevant. Behoorlijk wat mensen weigeren de test bijvoorbeeld om religieuze redenen. Dat is ieders goed recht. Net zoals het eveneens elke burger haar goed recht is om de zwangerschap te beëindigen. De overheid hoeft zich daar niet in te moeien, net zoals ook burgers elkaars beslissing moeten aanvaarden, of zich er tenminste bij moeten neerleggen. Worden er daardoor meer kinderen met het Down-syndroom, dan is dat zo. Worden er minder kinderen met een beperking geboren, dan is dat ook zo. Elke zwangere vrouw heeft echter recht op haar eigen individuele keuze.