31-05-2017 – Vlaanderen telt zo’n 24.000 assistentiewoningen. Uit de media bleek dat niet minder dat één op zes appartementen die verkocht worden als zijnde ‘serviceflats’, niet beantwoorden aan de minimumnormen van het agentschap Zorg en Gezondheid. “Het is ondertussen duidelijk dat bewoners niet altijd weten wat ze mogen verwachten. Open Vld had twijfels geuit bij de totstandkoming van het decreet omdat het risico groot was dat het verschil tussen een aangemelde en een erkende assistentiewoning voor veel ouderen niet duidelijk zou zijn. De vraag blijft waarom men die tweedeling blijft handhaven”, reageert Vlaams Volksvertegenwoordiger Freya Saeys (Open Vld) die minister Vandeurzen (CD&V) hierover ondervroeg deze week in de commissie welzijn. De minister bevestigde de onduidelijkheid en toonde alvast de bereidheid om dit verschil af te schaffen.
In een erkende assistentiewoning kan je vandaag zelfstandig wonen. Tegelijk is het een woning die aangepast en veilig is: er zijn handgrepen in toilet en douche, er zijn nauwelijks trappen, er is een oproepsysteem om hulp in te roepen. U kunt er, als u dat wil, een beroep doen op gemeenschappelijke diensten, zoals poetshulp, thuisverpleging en er zijn gemeenschappelijke ruimtes waar u de andere bewoners kunt ontmoeten. Het is dus een woning waar u zelfstandig woont en waar u kunt blijven wonen als het wat moeilijker gaat, mits ondersteuning vanuit de thuiszorg en eventuele mantelzorg. Voor een erkenning moet je echter voldoen aan de minimumnormen zoals vastgesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid. “Zo moet het appartement minstens 40 vierkante meter groot zijn, geen drempels hebben en toegankelijk zijn voor rolstoelen. Ook moet er minstens een dag per week een woon-assistent aanwezig zijn om vragen van bewoners te beantwoorden”, aldus Vlaams Volksvertegenwoordiger Freya Saeys.
Het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 zorgde er echter voor dat er naast de erkende assistentiewoningen ook een groep niet-erkende assistentiewoningen in het leven geroepen werden. “Een erkenning aanvragen werd door het decreet van 2009 immers niet verplicht. Deze groep assistentiewoningen moet zich enkel aanmelden bij het Agentschap Zorg en Gezondheid, vandaar de term aangemelde assistentiewoningen. Open Vld toonde zich altijd – terecht zo blijkt nu – kritisch tegenover het creëren van twee types assistentiewoningen. Bij de mensen zorgt het voor heel wat onduidelijkheid. Indien de assistentiewoning erkend wordt door de Vlaamse Overheid, dan is er tenminste de garantie dat de minimumnormen gerespecteerd moeten worden. Maar welke rechten heeft onze oudere in het andere geval? Waarin verschilt zo’n assistentiewoning dan van een gewoon appartement?”, reageert Freya Saeys.
Afschaffing onderscheid assistentie-woningen
In de commissie welzijn bevestigde minister Vandeurzen dat we momenteel onvoldoende weten hoe het gesteld is met de minimumvoorwaarden van de aangemelde assistentiewoningen. Die voorzieningen worden immers niet regelmatig gecontroleerd. Gezien deze onduidelijkheid op het terrein gaf de minister dan ook te kennen dat hij bereid was om het verschil tussen te twee types af te schaffen. In het kader van een actualisatie van het Woonzorgdecreet zal dit geschrapt worden.
Freya Saeys: “Het stemt me heel tevreden dat de minister te kennen gaf om het verschil tussen aangemelde en erkende groepen van assistentiewoningen te zullen afschaffen. Open Vld staat hier volledig achter. Daarnaast moeten we een grote inspanning blijven doen om onze ouderen zo goed mogelijk te informeren. Niet enkel via de digitale weg, maar ook via kanalen die toegankelijker zijn voor ouderen.”
Lees hier het verslag van Freya’s vraag in het Vlaams Parlement: https://www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/1139862/verslag/1141249