21/11/2023 - Freya pleit voor een regelluw kader voor cohousing voor ouderen

In de commissie Welzijn van het Vlaams Parlement brak Freya Saeys een lans voor de creatie
van een regelluw kader rond cohousing voor ouderen en voor personen met een verminderd
zelfvermogen. Samen met enkele partijgenoten stelde ze hiervoor alvast een conceptnota op.

“We willen dat ouderen ook in kleinere groepen kunnen samenwonen
en zorg krijgen. Vandaag maken verschillende verouderde regels dat
moeilijk of zelfs onmogelijk. Daarom streven we naar een regelluw kader,
waarin ze zelf kunnen bepalen op welke manier dat ze dat doen.”
De meeste ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. “Vlaanderen
beschikt over een heel scala aan thuiszorgdiensten die dit mogelijk
maken. Als Vlaamse ouderen uiteindelijk toch de stap moeten zetten
naar een vorm van collectief wonen, doen ze dit het liefst in vormen
waarin ze de regie nog maximaal in eigen hand kunnen houden en in
een setting die niet te grootschalig is. Ouderen verkassen pas naar een
woonzorgcentrum als ze zwaar zorgbehoevend zijn en echt niet meer
zelfstandig kunnen wonen.”

Woon- en leefkosten delen
“Dezelfde tendens naar maximale regie en kleinschalig wonen tekent
zich af bij mensen met een handicap en bij personen die psychiatrisch
zijn uitbehandeld, maar toch nog wat zorg en begeleiding nodig hebben.
Wij vinden dat de Vlaamse overheid initiatieven van ouderen om samen
te wonen – en om de woon- en leefkosten te delen – moet toejuichen.
Het recht om vrij te kiezen voor een woonvorm, met wie je gaat samenwonen
en hoe je de kosten verdeelt, kan niet worden beperkt op basis
van leeftijd of door een zorgbehoefte.”
“Een dergelijke keuze past volledig in het concept van vermaatschappelijking
van de zorg. Zo nemen mensen verantwoordelijkheid op voor de
zorg voor zichzelf en voor elkaar, staan ze elkaar bij op moeilijke momenten
en helpen ze elkaar met kleine taken. Bovendien creëert dit een dam
tegen vereenzaming. Verder kan een vorm van cohousing een goede
oplossing vormen voor andere personen dan ouderen die wel zelfstandig
willen of kunnen leven, op voorwaarde van een minimale begeleiding.”

Rechtsonzekerheid
“Het grote probleem voor cohousing van ouderen en vergelijkbare initiatieven
is vandaag de rechtsonzekerheid, voor de ouderen zelf, voor
de organisaties die hen willen begeleiden en voor de zorgverleners.
Neem bijvoorbeeld de thuisverpleegkundigen. Ze factureren de door
hen verleende zorg alsof ze die hebben verstrekt in een privéwoning, wat logisch is.
Als er echter meer dan drie zorgbehoevende personen
in de woning aanwezig zijn en ze van gemeenschappelijke diensten gebruikmaken,
beschouwt de overheidsdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
de cohousing als een niet-erkend woonzorgcentrum en kan
dan uitbetaalde prestaties terugvorderen. Dit kan tot duizenden euro’s
oplopen. Verpleegkundigen ontvangen in die visie ook geen verhoogde
tegemoetkoming voor prestaties in het weekend. Dergelijke situaties
zorgen momenteel voor een grote onzekerheid bij eerstelijns gezondheidszorgberoepen.
Als hieraan niet wordt geremedieerd, bestaat het
risico dat de bewoners van dergelijke woonconcepten op termijn geen
zorgbeoefenaars meer vinden die hen thuiszorg willen verlenen.”

Kunnen ook woonzorgcentra in het mogelijke nieuwe kader vallen?
“Om te vermijden dat cohousingprojecten misbruikt worden als verdoken
woonzorgcentra kan het samenleven worden beperkt tot vijftien
personen of koppels, waarbij de bewoners ten hoogste gebruikmaken
van de thuiszorgdiensten waarvan ze ook gebruik zouden kunnen maken
als ze ieder afzonderlijk zouden wonen.”

Waarin zit dan het regelluwe aspect?
“Het kan niet de bedoeling zijn om ouderen die de regie van hun leven
en zorg in eigen handen nemen zware administratieve verplichtingen op
te leggen. Een melding aan het agentschap Zorg en Gezondheid moet
volstaan. Op die manier weet de overheid welke initiatieven er bestaan
en waar ze gelokaliseerd zijn. Het toezicht kan zich dan toespitsen op de
veiligheid en de gezondheid van de bewoners.”

Wanneer zal het nieuwe kader van kracht zijn?
“De hoorzittingen met experten in de parlementscommissie vonden in
september plaats. Nu is het aan de commissieleden om een voorstel tot
decreet op te stellen. Ik vermoed dat sommige oppositiepartijen nog
wat eigen specificaties willen aanbrengen. Het zal wel essentieel zijn om
coalitiepartner CD&V mee over de streep te trekken om het decreet
voor de verkiezingen van 2024 goedgekeurd te krijgen. Anders moeten
we het wetgevende deel van het werk daarna helemaal overdoen.”