OPINIE – Een verantwoorde en doeltreffende vaccinatiestrategie is dé succesformule om het covid-19-virus te verslaan. Iedereen van een covid-19-prik voorzien, is geen sinecure: er is het logistieke aspect én het ethische aspect. Wat zijn essentiële beroepen? Wat doen we met jongeren met chronische aandoeningen? En hoe zullen we dit alles praktisch aanpakken? Vele cruciale beslissingen staan op til, maar de knopen doorhakken wordt niet evident.
Nu de vaccins stilaan gebruiksklaar geraken, stelde ons land al een eerste planning op voor de vaccinstrategie. Meteen duiken er al vraagtekens en problemen op.
In januari, in fase 1A, zal men allereerst starten met de bewoners en het personeel van de woonzorgcentra en de collectieve zorginstellingen. Daarna zullen de zorgprofessionals (in het ziekenhuis en in de eerste lijn) gevaccineerd worden, evenals andere medewerkers in ziekenhuizen en gezondheidsdiensten en personen die een hoog risico op besmetting lopen door nauw contact met covid-19-patiënten voor hun job.
Tot zover is er weinig discussie, maar bij de bespreking van fase 1B duiken er al problemen op. Dan zouden onder andere de essentiële beroepen aan de beurt zijn om het vaccin te ontvangen. Dat is natuurlijk een heikel punt, want velen zullen hun eigen beroep uiteraard als essentieel beschouwen. Hoe trekken we deze lijn?
We weten nog niet welke vaccins goed aanslaan bij welk deel van de bevolking, een cruciale factor bij het toewijzen van de prioriteitengroepen
Zullen bijvoorbeeld leerkrachten ook in deze lijst opgenomen worden of niet? In se lopen ze ook elke dag veel risico door zich urenlang in een grote groep jongeren te bevinden in een gesloten ruimte. En dit is maar een van de vele voorbeelden. Deze afwegingen zijn niet zomaar futiliteiten, maar essentiële beslissingen die allerminst evident zijn omwille van de vele struikelblokken en gevoeligheden.
Her en der duiken er immers nu al klachten op van bijvoorbeeld patiënten met chronische aandoeningen. Zij riskeren uit de boot te vallen omdat zij jonger zijn dan 45 jaar. Voor hen is het coronavaccin essentieel omwille hun medische aandoening, maar door een te rigide strategie moeten zij net als hun gezonde leeftijdsgenoten een hele poos wachten voor zij aan de beurt komen.
Dat zijn gevaarlijke kwesties. Daarbij ga je niet over één nacht ijs. Dan wringt het ethische met het medische. Het is natuurlijk onbegonnen werk om een gevalsstudie te maken van elke Belg, maar er is toch een zekere voorzichtigheid geboden in deze situaties.
En dan is er nog een andere grote onbekende: we weten nog niet welke vaccins goed aanslaan bij welk deel van de bevolking. Dit is toch wel een cruciale factor bij het toewijzen van de prioriteitengroepen. Bovendien moeten de vaccins nog de goedkeuringsprocedures van het Europese geneesmiddelenagentschap doorstaan. Het lijkt me belangrijk te wachten op meer data hiervan, alvorens verder te specifiëren wie wanneer een vaccin ontvangt.
Naast de kwestie over de volgorde van vaccineren is er natuurlijk ook nog het logistieke vraagstuk. Waar gaan we de mensen vaccineren en vooral wie zal die vaccinaties uitvoeren?
Naast de kwestie over de volgorde van vaccineren is er natuurlijk ook nog het logistieke vraagstuk. Waar gaan we de mensen vaccineren en vooral wie zal die vaccinaties uitvoeren? We zouden dit in de ziekenhuizen kunnen doen en de coördinerend en raadgevend arts kan dit in de woonzorgcentra uitvoeren.
Maar daar eindigt het verhaal natuurlijk niet. Marc Van Ranst wees nog op een ander logistiek huzarenstuk: het veilig uitvoeren van die vaccinaties. Voor elke persoon zal er immers nieuw beschermingsmateriaal voorzien moeten worden en het hele gebeuren dient uiteraard coronaproof te gebeuren. Dit brengt ook de nood aan extra materiaal en andere moeilijkheden met zich mee.
Ook over concrete tijdstippen tasten we nog grotendeels in het duister, omdat we afhankelijk zijn van de leveringen van de verschillende farmaceutische bedrijven en de beschikbaarheid van hun product.
Al deze factoren zorgen vooral voor veel onduidelijkheid en weinig antwoorden. De tegenstrijdige informatie: vaccineren in een centraal punt, in test- en triagecentra, … zorgt voor onrust op het terrein. Voor de publieke opinie is dit ongunstig: we moeten erover waken bij de bevolking niet de indruk te wekken dat we niet klaar zijn om te starten met de vaccinaties.
De tegenstrijdige informatie: vaccineren in een centraal punt, in test- en triagecentra, … zorgt voor onrust op het terrein. Voor de publieke opinie is dit ongunstig
Het opstellen van de vaccinatiestrategie is een evenwichtsoefening op een slappe koord: enerzijds moeten we snel knopen doorhakken, anderzijds is de onduidelijkheid nog zo groot dat we de impact van bepaalde (ethische) beslissingen nog niet ten volle kunnen inschatten.
De Taskforce liet wel al weten dat “de strategie voor de volgende fases nog niet in steen gebeiteld staat”. Ze kan worden bijgesteld naarmate we meer data ontvangen over de vaccins. Gelukkig is er dus nog wel ruimte voor een verfijning van de strategie.
Toch moeten we opletten dat we deze lastige beslissingen niet op de lange baan schuiven. De focus ligt nu uiteraard eerst op fase 1, maar we mogen ons daar niet op blindstaren. De volgende fases van inenting zullen zich sneller aandienen dan we denken en dan moeten we sterk in onze schoenen staan en volledig klaar zijn om knopen door te hakken.
Dit opiniestuk verscheen op Artsenkrant.com op 14 december 2020.