Organisatoren van kinderopvang zullen op bepaalde momenten meer kinderen kunnen opvangen dan het aantal waarvoor ze vergund zijn. “Op voorwaarde dat ze op jaarbasis niet boven het toegestane maximale jaargemiddelde van bezetting uitkomen”, zeggen de initiatiefnemers Katrien Schryvers (CD&V), Koen Daniëls (N-VA) en Freya Saeys (Open Vld). Zij dienen hiervoor een voorstel van decreet in. “Zo kunnen we op een relatief eenvoudige manier een aantal bijkomende plaatsen binnen de kinderopvang creëren. Ook kunnen de kinderopvanginitiatieven gemakkelijker de nodige flexibiliteit geven die ouders nodig hebben.”
Momenteel zegt de regelgeving dat er maximaal evenveel kinderen tegelijk aanwezig mogen zijn in de opvang van baby’s en peuters als het aantal plaatsen waarvoor de opvanglocatie een vergunning heeft. “Dit stelt initiatiefnemers en ouders vaak voor problemen”, aldus Katrien Schryvers (CD&V), hoofdindiener van het voorstel van decreet. “Ook in uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld als een grootouder die normaal de opvang op een bepaalde dag doet, ziek is, of als je als mama een dag opleiding hebt, kan je kind niet in de gewone opvang terecht. Organisatoren kunnen zo ook moeilijk een optimale bezetting realiseren, want sommige dagen is er meer vraag dan andere. Met ons voorstel van decreet willen we meer flexibiliteit geven, zowel aan organisatoren als aan ouders.”
Flexibiliteit mogelijk maken
Katrien Schryvers diende vorige legislatuur al een conceptnota in over het thema. Tijdens de hoorzitting werd het voorstel unisono positief onthaald. Met hun voorstel van decreet maken de meerderheidspartijen de gevraagde flexibiliteit nu ook in de praktijk mogelijk. Concreet zal het in de toekomst voor organisatoren van gezinsopvang en groepsopvang toegestaan zijn om op bepaalde dagen en momenten tot twintig procent méér kinderen op te vangen dan dat er vergunde plaatsen zijn.
“Dat betekent dat een organisator met een vergunning voor 20 opvangplaatsen op dagbasis maximaal 24 kindjes zou mogen opvangen”, illustreert Vlaams volksvertegenwoordiger Koen Daniëls (N-VA). “Op jaarbasis mag het gemiddeld aantal aanwezige kindjes echter niet meer dan 20 zijn, maar op dagbasis kan het dus wel hoger zijn. De maximale leefgroepgrootte van achttien kinderen blijft behouden alsook het maximum aantal kindjes per aanwezige kinderbegeleider. Dat zijn immers belangrijke elementen voor een kwalitatieve opvang.” In de groepsopvang wordt gestreefd naar maximaal zeven aanwezige kinderen per kinderbegeleider. Ook de gezinsopvang, beter bekend als de onthaalouders, zal dezelfde mogelijkheid krijgen, voor zover het maximum van acht tegelijk aanwezige kindjes niet wordt overschreden. “Door op jaarbasis de bezetting van de opvangplaatsen te bekijken en niet langer op dagbasis, kan de nodige flexibiliteit geboden worden, zowel voor de ouders als voor de opvangplaatsen.”
Vraag vanuit de sector
Overbezetting mogelijk maken is om verschillende redenen een vraag vanuit de sector. Ten eerste maken de huidige regels en het feit dat er afwisselend periodes zijn van meer of minder vraag naar opvang, dat een kinderopvang op jaarbasis nooit de optimale bezetting van 100 procent kan benaderen. “Aangezien de bezetting een invloed heeft op de subsidiëring, zal de mogelijkheid tot overbezetting er mee voor zorgen dat het organiseren van kinderopvang leefbaar blijft”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Freya Saeys (Open Vld). “Ten tweede is de maatregel een relatief eenvoudige manier om een aantal bijkomende plaatsen binnen de kinderopvang te creëren. De bestaande plaatsen worden immers optimaler bezet.”
Ten derde maakt occasionele overbezetting het mogelijk om flexibel in te spelen op plotse en dringende vragen van ouders. “De arbeidsregeling van werkende ouders is niet altijd even voorspelbaar en nu moeten ze vaak voor een vooraf niet ingeplande opvangdag op zoek naar een andere oplossing”, duidt Katrien Schryvers. “Het gebeurt ook dat (aanstaande) ouders ergens een plaats vinden voor hun kind, maar niet voor een bepaalde dag in de week, waarvoor zij dan – tijdelijk of voor een langere periode – moeten uitwijken naar een ander initiatief.”
“Door een beperkte overbezetting op bepaalde momenten of dagen toe te staan, maken we het mogelijk om de bezetting beter te doen aansluiten bij de (vergunde) capaciteit én kunnen organisatoren de nodige flexibiliteit bieden en beter omgaan met fluctuaties in het gebruik, bijvoorbeeld in vakantieperiodes”, zeggen de indieners. Voor organisatoren die ingevolge vastgestelde inbreuken een handhavingstraject kregen opgelegd, zal de versoepeling tijdens dit traject niet gelden.