In 2020 werden er 273 nieuwe bestandspleeggezinnen gescreend, terwijl dat er in 2017 slechts 198 waren. Ook het aantal uniek opgestarte dossiers stijgt, zij het minder uitgesproken. Waar er in 2017 nog 1.642 dossiers werden opgestart binnen de bestands- en netwerkpleegzorg samen, zijn er dat in 2021 1.896. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Freya Saeys opvroeg bij Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke. “Dit zijn mooie cijfers, maar als je weet dat er in Vlaanderen een 950-tal kinderen op de wachtlijst staan voor een pleeggezin, weet je dat het niet voldoende is. De huidige opvangcrisis komt daar nog eens bovenop. Op dit moment zijn er al 200 niet-begeleide minderjarige Oekraïners in ons land. Dat aantal zal nog aandikken. Ook zij zijn op zoek naar een plekje binnen de pleegzorg”, zegt Saeys.
Bij uithuisplaatsing van minderjarigen is pleegzorg de eerste te overwegen optie. De jeugdrechter die in dat geval niet kiest voor pleegzorg is ook verplicht dat te verantwoorden. Vlaanderen werkt hiervoor samen met de partnerorganisatie Pleegzorg Vlaanderen. Zij vertegenwoordigen iedereen die betrokken is bij pleegzorg bij het beleid, zorgen voor de sensibilisering en bekendmaking en ondersteunen de pleegzorgdiensten.
Er zijn twee soorten pleeggezinnen. Je hebt de bestandspleeggezinnen. Dit zijn gezinnen die het kind of de volwassene die ze opvangen initieel nog niet kennen. Netwerkgezinnen daarentegen behoren tot het eigen netwerk van het kind of de volwassene. Dit laatste is vaak de beste oplossing als ouders de opvoeding tijdelijk niet aankunnen.
Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams Parlementslid Freya Saeys (Open Vld) blijkt nu dat er op drie jaar tijd 38 procent meer nieuwe bestandspleeggezinnen werden geworven. Waar er in 2020 273 gezinnen werden gescreend, waren dat er in 2017 198, in 2018 245 en in 2019 263. Het aantal nieuw opgestarte dossiers binnen de bestands- en netwerkpleegzorg samen kent daarentegen slechts een lichte stijging van 15 procent op vier jaar tijd. Waar er in 2021 1.896 dossiers werden opgestart, waren dat er in 2017 1.642, in 2018 1.790, in 2019 1.882 en in 2020 1.906. “De cijfers lijken de afgelopen paar jaar te plafonneren. Waarschijnlijk verklaart de coronacrisis in 2020 en 2021 en de daarmee gepaard gaande moeilijkere matching tussen kind en gezin dit voor een groot deel. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten. Er zijn fors meer pleeggezinnen nodig”, aldus Saeys.
Zoals hierboven gezegd onderzoekt Pleegzorg Vlaanderen altijd eerst of het kind of de volwassene binnen het eigen netwerk kan opgevangen worden. Dat blijkt ook duidelijk uit de cijfers. 69 procent van het totaal aantal unieke dossiers sinds 2017 valt binnen de netwerkpleegzorg. “Dit is een goede zaak. Het kind of de volwassene in kwestie moet in meer dan twee derde van de gevallen dus niet naar een vreemd gezin. Hij of zij kan naar een vertrouwd iemand en een plek die al een beetje als thuis aanvoelt”, vertelt Saeys.
Het liberale parlementslid besluit: “Pleegouders nemen een groot maatschappelijk engagement op zich. Ze moeten dan ook maximaal ondersteund worden. Zo keurden we vorig jaar in het Vlaams Parlement nog een voorstel van decreet goed dat het recht op een schooltoeslag voor pleegkinderen sinds 1 september 2021 garandeert. En dit ook wanneer een kind in de loop van het schooljaar van pleeggezin verandert. Want studiekosten mogen in geen geval een beletsel vormen om de pleegzorg verder te zetten.”